Baba Jaga

11 apr 2014

De sprookjesopera Baba Jaga is een samenwerking tussen studenten van het Conservatorium van Maastricht en de Toneelacademie Maastricht. Drie componisten hebben elk het sprookje van Baba Jaga, de heks, op hun eigen manier om gewerkt tot een hedendaagse opera. Drie muziekstijlen, drie einde's in één sprookjesopera.

Baba Jaga is een opera-drieluik, geschreven, gecomponeerd en uitgevoerd door een groep jonge internationale muzikanten en zangers, waaronder een aantal studenten van het Conservatorium Maastricht en reeds afgestudeerden. Het initiatief voor Baba Jaga is ontstaan vanuit de behoefte aan ‘meer opera’ in en voor de stad Maastricht, en voor meer mogelijkheden voor jong talent om zich te presenteren en te ontwikkelen.

 

Het verhaal

Baba Jaga is een heks, maar niet zoals we die uit de Europese sprookjescultuur kennen. Ze woont in een hutje op kippenpoten en wordt bij elke vraag die haar gesteld wordt een jaar ouder. Sommige mensen die haar om raad komen vragen, helpt ze, anderen zal ze juist tegenwerken of doden. Veel van haar bezoeker eindigen in de oven en worden door haar gebakken en opgegeten. Baba Jaga heeft een knecht en handlanger, de raaf, die gemakkelijk van gedaante kan veranderen.

De jonge Duitse componist Clemens K. Thomas heeft een driedelig libretto geschreven, gebaseerd op de heks Baba Jaga, zoals die in veel Russische sprookjes voorkomt. Drie jonge componisten hebben vervolgens dit libretto op muziek gezet. Dit libretto bestaat uit drie variaties op hetzelfde verhaal. De jonge vrouw Oletschka wacht in haar huisje op de terugkomst van haar man, de held Aljoscha, die de wereld rondreist om zijn heldendaden te verrichten. Oletschka krijgt bezoek van een bedelvrouw (in werkelijkheid de raad van Baba Jaga) die haar uit dank voor een aalmoes een parfum geeft. Zodra Oletschka zich met de parfum bestuift, valt ze dood neer. Wanneer Aljoscha thuiskomt en zijn vrouw op de grond vindt, beseft hij dat ze niet echt door is, maar geveld door een vorm van zwarte magie. Hij neemt Oletschka mee naar Baba Jaga, in de hoop dat zij haar weer tot leven kan wekken.

Elk deel van dit drieluik heeft zijn eigen gebeurtenissen en afloop. De bezoeker wordt zo gedwongen zelf stelling te nemen en een oordeel te vellen over goed en kwaad, schuld en onschuld. Is Baba Jaga werkelijk de belichaming van het boze? In hoeverre is Aljoscha medeschuldig? Valt Oletschka misschien ook iets te verwijten? En is de raaf echt alleen maar een dienaar?